Rhinopneumonie bij het paard

27 oktober 2017
De Berg

De Sectorraad Paarden meldt dat er op een lokatie in Eemnes de neurologische vorm van het rhinopneumonie virus is vastgesteld. Het gaat dan om EHV1, de variant die zowel verkoudheid als abortus als neurologische problemen kan geven. De Gezondheidsdienst voor Dieren ( GD Deventer) heeft na onderzoek bevestigd dat het om deze variant gaat.

Rhinopneumonie

Rhinopneumonie is een ziekte die veroorzaakt wordt door het Equine Herpes Virus en is over de hele wereld wijd verspreid in de paardenpopulatie. Er zijn verschillende varianten, waaronder EHV1 en EHV4. Qua klachten zijn er 3 vormen: verkoudheid, abortus en neurologische problemen ( ataxie en verlammingen). De verkoudheidsklachten kunnen bij zowel EHV1 als EHV4 voorkomen. EHV1 kan in sommige gevallen ook abortus of neurologische problemen geven. Het is onbekend waarom dat bij het ene dier wel en bij het andere dier niet gebeurt.
Door paarden waarin het virus zich vermeerdert, wordt het virus ook uitgescheiden. Deze kunnen paarden kunnen zelf wel of geen (dragerschap) symptomen hebben. Die uitscheiding gebeurt via vocht uit de neus ( hoesten en snot). Een ander paard ademt deze virusdeeltjes vervolgens in. Overdracht is ook mogelijk via kleding, de voerbak, de stal of een praam.

Neurologie

In geval van neurologische problemen zien we verlammingen aan bijvoorbeeld de staart, het rectum en de blaas of de achterbenen; deze symptomen kunnen binnen 1-14 dagen na infectie optreden.
Qua behandeling kunnen we ons alleen richten op ondersteuning van de symptomen die we zien: er zijn geen geneesmiddelen die het virus zelf doden of afremmen. De behandeling kan daarom bestaan uit ontstekingsremmers/koortsremmer, soms een antibioticum en vooral verpleging. Denk aan het aanbieden van water,voer en beweging, indien nodig het ledigen van het rectum en/of de blaas en het voorkomen en behandelen van doorligplekken Een paard wat niet meer kan staan, moet zo snel mogelijk weer in de benen geholpen worden, soms met een takel bijvoorbeeld.

Diagnose

Bij een verdenking op rhino is het zinvol om je paard ( en mede-stalgenoten) 2x per dag te controleren op koorts. Bij koorts wordt vervolgens de dierenarts ingeroepen en deze kan bij verdenking de diagnose laten bevestigen op het laboratorium, via bloedonderzoek en een uitstrijkje van het neusslijmvlies.

Prognose

Paarden die alleen verkoudheidssymptomen hebben kunnen met rust en soms ontstekingsremmers weer helemaal genezen. Voor de dieren met neurologische problemen is de toekomst ook niet ongunstig, mits ze de juiste zorg krijgen. Volledige genezing kan wel maanden duren. Als een patient al meer dan 24u niet in de benen kan komen,wordt de prognose wel ongunstig.

Preventie

Er bestaat geen garantie dat een paard nooit rhino krijgt. Er bestaat een vaccin, maar het vaccineren is er vooral op gericht om minder virusuitscheiding te krijgen en minder verkoudheidsproblemen. Het beschermt niet actief tegen de neurologische vorm. Daarbij heeft het geen toegevoegde waarde om maar een klein deel van een stal te vaccineren. Het vaccineren van de hele stal kan wel toegevoegde waarde hebben als de dieren niet met grote hoeveelheden virus in contact komen.
Om ziek te worden van een virus moet het dier in contact komen met een bepaalde hoeveelheid virus en het virus moet zich kunnen vermeerderen in het dier. Hoe beter de weerstand en hoe minder virusdeeltjes, hoe kleiner de kans op besmetting.
De algemene weerstand is bijvoorbeeld te beinvloeden via de voeding, beweging en huisvesting. Het vermijden van stress behoort ook tot de preventiemaatregelen. Denk aan stress door transport, verandering in training of voeding of door een andere ziekte/pijn.