Paard

Dierenkliniek De Berg - Paard

Het paard behoort tot de orde van de onevenhoevigen uit de familie der paardachtigen (Equidae). Van oorsprong is een paard een kuddedier: meestal wordt een kudde door een oudere, ervaren merrie geleid. Daarnaast is het ook een prooidier en dat is onder andere te zien aan zijn zintuigen. Ze hebben een zeer goed zicht, zowel overdag als ’s nachts. Hun ogen hebben een bereik van meer dan 350 graden en hun reuk is beter dan dat van de mens. Hun oren kunnen ze tot 180 graden draaien om vanuit alle richtingen geluid op te kunnen vangen. Daarbij is een  paard in staat om staand te slapen, om zo ieder moment te kunnen vluchten. De meeste paarden kunnen een snelheid van 60 kilometer per uur behalen.

In vergelijking met onze andere huisdieren heeft het paard een bijzonder lichaamsbouw: een paard loopt eigenlijk op 1 teen. De andere tenen zijn in de loop der tijd veranderd naar de griffelbeentjes (ring- en wijsvinger), de zwilwrat (duim) en het spoortje (pink). Het gebit van een paard bestaat uit 36 tot 40 elementen. Het verschil in aantal komt doordat de meeste hengsten en ruinen 4 extra tanden hebben: de haaktanden. Ook dominante merries kunnen deze extra elementen hebben. Ze zijn bedoeld als bescherming tegenover soortgenoten. Een paard is in de natuur het grootste deel van de dag bezig met grazen. We houden onze paarden het meeste gezond, ook wat betreft gebit, als we deze dagbesteding zo veel mogelijk nabootsen.