Waarom worden de dagen korter na de zomer?

Met het korter worden van de dagen bedoelen we natuurlijk het afnemen van de periode van de dag dat het licht is; het wordt in de herfst en winter steeds sneller donker en sochtends duurt het langer voordat het licht wordt. Het verschil in de lengte van het daglicht  heeft te maken met de stand van de aarde ten opzichte van de zon. De aarde staat niet recht maar schuin, ten opzichte van haar baan rond de zon. Door deze kanteling en door het ronddraaien van de aarde om de zon, hebben we de verschillende seizoenen want er wordt steeds een ander deel van de aarde meer of juist minder door de zon beschenen.

Het noordelijk halfrond (waar Nederland op ligt) staat in de zomer naar de zon toe gericht en in de winter van de zon af. In de winter vallen er dus minder zonnestralen op de aarde en doordat de stralen een langere weg moeten afleggen, zijn de stralen ook minder warm. De seizoenen en ook de daglengte hangen dus af van de hoek die de rotatie-as van de aarde maakt met de zon. In de zomer maakt de as een kleine hoek met de zon, in de winter is die hoek juist groot.

Ook de zomertijd en wintertijd maakt dat het bijvoorbeeld in de winter sochtends langer donker is, omdat we met zijn allen de klok een uur hebben teruggedraaid.

Vanaf de astronomische winter, 21 december, worden de dagen weer langer, doordat de hoek van de aarde ten opzichte van de zon nu weer zo verandert, dat we meer zon ontvangen.

Bron:Weeronline en schooltv