Het verschil tussen echografie en röntgenopnames
Met een echo kunnen wij de weke / zachte delen van het lichaam zien, bijv. organen zoals de maag en darmen. Met een röntgenfoto zien wij voornamelijk de harde delen van het lichaam, zoals het bot/je ribben/je vingers.
Röntgenopnames worden gemaakt met behulp van een bepaald type elektromagnetische stralen, dat noemen we röntgenstralen of x-stralen. Via deze techniek kunnen wij als het ware door de huid naar de binnenkant van het lichaam kijken, zodat bijvoorbeeld botstructuur zichtbaar worden, maar ook andere structuren zoals de longen.
Echografie maakt gebruik van geluidsgolven met een heel hoge frequentie, de zogenaamde ultratonen. Het echografietoestel stuurt die ultratonen richting weefsel, dat zo aan het trillen wordt gebracht. Vervolgens worden de geluidsgolven teruggekaatst en geregistreerd door het toestel: vandaar de naam “echo”. Het echografisch beeld komt tot stand doordat de ingestraalde geluidsgolven worden vergeleken met de teruggekaatste geluidsgolven. Deze techniek is geschikt voor onderzoek van organen in de buik, zoals de lever en blaas ect., maar ook om pezen, spieren, kraakbeen en ligamenten van naderbij te bekijken.
Beide onderzoeken kunnen wij op de kliniek uitvoeren.