Katten houden van warmte en zoeken vaak graag een plekje in de zon. Ze kunnen warmte goed verdragen en hun vacht werkt juist ook isolerend, tègen de warmte. Maar desondanks kan het ook tè warm worden voor katten. Onze huisdieren hebben nauwelijks zweetklieren waarmee ze hun lichaam kunnen afkoelen en kunnen het daarom al gauw te warm krijgen. De enige plek waar katten kunnen zweten is vanuit hun voetzooltjes. Oververhitting ligt op de loer en kan gevaarlijk en zelfs dodelijk zijn voor uw dier.
Sommige katten hebben sneller of meer last van de warmte. Let daarom extra goed op bij:
De tekenen van oververhitting zijn:
In een ernstiger geval ontstaat shock:
Dit is een noodgeval: u moet direct beginnen met koelen en uw dierenarts bellen.
Koelen
Honden, katten, konijnen en knaagdieren kunt u koelen met lauw water ( dus niet ijskoud), bijv met lauwe doeken: leg de lauwe doeken onder de kat of tegen de buik. Leg de doek niet òp de kat, dit werk averechts. Denk daarbij ook aan kop, oren, hals en poten en maak deze nat met lauw water. Breng uw dier naar een koele ruimte ( schuur, bijkeuken, hal bijv) of in de schaduw. Zorg voor vers en lauw drinkwater maar laat uw dier alleen drinken als het goed bij bewustzijn is.
Warmte, wat kunt u doen om de kans op oververhitting te minimaliseren en uw kat verkoeling te bieden
Katten zoeken vaak zelf een koele plek op, als ze maar de gelegenheid hebben.
Verder is het in perioden met warmte niet fris om natvoer lang te laten staan; het bederft makkelijk en het trekt vliegen aan die in het natvoer hun eitjes leggen waar vervolgens maden uitkomen. Brokjes zijn praktischer.