Wormen bij de hond

SPOELWORM: Toxocara

Alle honden worden geboren met spoelwormen: de pups worden in de baarmoeder al besmet. Oudere pups en volwassen honden raken met deze parasiet besmet door het eten van slakken, een besmet prooidier, rauw vlees of eitjes van de parasiet die in de omgeving liggen (besmette grond). De volwassen spoelworm zit in de darmwand van de hond en scheidt dagelijks duizenden eitjes uit, die het lichaam verlaten via de ontlasting van het dier. De eitjes kunnen in de omgeving maanden tot jaren overleven. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Deze eitjes met larven kunnen weer door andere dieren worden opgenomen waardoor deze ook weer besmet raken. De opgenomen larven maken een trektocht door het lichaam van de hond ( of kat) via de darmen, buik en longen en komen dan weer terug in de darmen waar ze volwassen worden en weer eitjes gaat produceren.

Bij grote aantallen spoelwormen kunnen pups ( en kittens) ziek worden van de spoelwormen:

  • Diarree
  • Slecht eten
  • Slecht groeien
  • Verminderde weerstand
  • Darmafsluiting (ileus)
  • Invaginatie (de darm schuift dan in een ander stuk darm)
  • In het ergste geval kan een dier aan de gevolgen hiervan overlijden.

Veel volwassen dieren met spoelwormen hebben geen klachten en alleen via ontlastingonderzoek is vast te stellen of een dier besmet is.

Toxocariasis

Ook de mens kan besmet raken met deze infectieuze eitjes ( eitjes met larven). De mens, en vooral kinderen, kunnen besmet raken via besmette ontlasting van de kat, via besmette grond (zandbak, verontreinigd door kattenontlasting) of onvoldoende verhit vlees van besmette dieren. Jonge kinderen hebben het hoogste risico op besmetting vanwege het gedrag om zand, grond in hun mond te stoppen, ook via ongewassen handen na het buiten spelen. In de maag komen de larven vrij uit de eitjes en migreren via de darmwand naar verschillende organen: hersenen, ogen, lever, hart, longen en nieren. Als een mens besmet is met de spoelworm van een dier heet dat Toxocariasis.

De klachten van een Toxocara besmetting bij de mens (en dus ook bij kinderen) kunnen erg varieren: niet specifieke symptomen zoals algemene malaise, jeuk, koorts, hoesten en buikpijn tot specifieke oogproblemen ( met het risico op blindheid), klachten van de hersenen zoals hoofdpijn, hersenvliesontsteking en epilepsie alsmede ook luchtwegproblemen zoals astma of huidproblemen zoals eczeem. Kinderartsen erkennen dat dit een onderschat probleem is.

Behandeling tegen de Toxocara besmetting bij de mens is niet altijd zinvol. Bij astma en andere allergische aandoeningen waarbij Toxocara is aangetoond of bij asymptomatische Toxocara infectie (wel aangetoond, geen klachten) zijn er geen bewijzen dat behandeling de ernst van de klachten vermindert of de ziekte doet verdwijnen. Bij hersen- en/of oogproblemen wordt vaak wel behandeld met een antiparasitaire therapie in combinatie met corticosteroiden.

Algemene adviezen om Toxocara besmetting van onze huisdieren en infecties bij de mens te voorkomen

  • Voorkomen omgevingsbesmetting door ontlasting van honden en katten op te ruimen
  • Regelmatig ontwormen van honden en katten, naar advies van uw dierenarts, en vooral van pups en kittens en vooral in geval van blootstelling aan jonge kinderen in het gezin (1x per maand ontwormen van de huisdieren in dit geval) of bij een positief ontlastingonderzoek ( elke 1-3 maanden uit te voeren)
  • Afdekken van zandbakken, het mijden van onafgedekte zandbakken en honden niet uitlaten op kinderspeelplaatsen
  • Dragen van handschoenen bij tuinieren
  • Goed wassen groente en fruit
  • Goede hygiene bij mn kinderen, zoals handen wassen na het buitenspelen, voor het koken / eten, tuinieren, diercontact en kortgeknipte nagels bij kinderen ( minder aarde onder de nagels)

LINTWORM

De meest voorkomende lintworm is 20-80 cm lang. Wat u echter vaker zal zien in de ontlasting van uw dier zijn de ”proglottiden”: losse (nog bewegende) segmentjes van de lintworm. Een lintworm zit met de kop via zuignappen en haken aan de binnenkant van de darm vast ( dit geeft nauwelijks schade) en de rest van de worm bestaat uit deze segmenten. Het laatste segmentje laat los en kruipt actief uit de anus naar buiten. Zo’n segment of proglottide zit vol met 10.000-den eitjes die met het openknappen van het segment over de omgeving ( bijv bosfruit) worden verspreid.

Honden en katten kunnen zich met de meest voorkomende lintworm besmetten door het opeten van besmette vlooien. De klacht van deze lintworm is jeuk aan de anus / sleetje rijden. Pas bij zeer ernstige besmetting worden klachten gezien als buikpijn, diarree en soms afvallen. Het is verder een ongevaarlijke lintworm en komt ook voor bij de mens / kinderen.

Er bestaan ook andere lintwormen, die worden overgebracht door het eten van muizen, ratten, konijnen, hazen, onverhit vlees en/of organen. Deze lintwormen kunnen 1.2mm tot wel 5 m lang worden en enkele hiervan kunnen wèl gevaarlijk zijn voor de mens.

Lintwormen kunnen dus in de darmen zitten en geven dan nauwelijks klachten. Dit is het geval bij de eindgastheer van de lintworm ( hond / kat). Lintwormen kunnen ook elders in het lichaam zitten, als vochtblazen in spieren, organen, buikholte en hersenen. Dit is gaande bij de tussengastheer en de lintwormen kunnen op deze manier wel serieuze klachten en schade geven. De mens kan ook tussengastheer zijn, bijv van de vossenlintworm. De mens kan besmet raken met deze lintworm door honden en katten maar ook door het eten van bosfruit in gebieden waar de vossenlintworm veel voorkomt. In deze gebieden geldt dan ook het aanvullende ontwormadvies om honden en katten maandelijks te ontwormen met een middel tegen lintwormen.

Behandeling

  • Lintwormen worden bestreden met speciale ontwormingsmiddelen.
  • Dieren moeten daarbij ook behandeld worden tegen vlooien.
  • Bij Echinococcus (vossenlintworm) moet de vacht van de hond of kat ook gewassen worden (draag handschoenen en een mondkapje).

Preventie

  • Zorg voor een goede vlooienbestrijding
  • Ongediertebestrijding
  • Vlees of organen moeten gekookt worden of minimaal 3 dagen bij -20°C ingevroren
  • Waar Echinococcus (vossenlintworm)voorkomt ( zie kaart hiernaast met bruingekleurde gebieden), geldt het advies om honden en katten elke 4-6 weken te ontwormen met een middel tegen lintwormen

LONGWORM

Er bestaan verschillende longwormen bij de hond en kat. Honden kunnen zich met longworm besmetten door het opeten van de larven. Besmetting gebeurt via het opeten van besmette slakken of direct via de ontlasting van andere honden of direct van een teefje naar de pup of door het opeten van een kikker, muis, vogel of reptiel die eerder die besmette slak opat. De opgegeten larfjes gaan uit de darmen via de lever via het hart naar de longen. Onderweg zijn de larven volwassen geworden, die zich in de kleine longslagader nestelen en hier eitjes leggen, waar weer larven uitkomen. Deze eitjes en larven worden opgehoest en doorgeslikt en vervolgens uitgepoept

De Franse hartworm die in Nederland voorkomt, leeft, al doet de naam anders vermoeden, in de kleine bloedvaten van de longen. Het is dus eigenlijk een longworm.

Dieren die besmet zijn met longworm kunnen de volgende klachten laten zien:

  • Sloomheid, slechte conditie,
  • Slechte eetlust, vermageren
  • Hoesten, longontsteking, benauwdheid

Diagnose

De diagnose longworm kan worden gesteld door het aantonen van eitjes in de ontlasting van de hond of kat of in een longspoelsel. De Franse hartworm kan ook via bloedonderzoek worden aangetoond.

Behandeling

Behandeling van longworm bestaat uit een specifiek ontwormschema. Soms is meerdere keren herhalen van de behandeling nodig voor volledig herstel.

HARTWORM

Hartworm komt in Nederland niet voor, het is een parasiet uit het Middellandse-Zeegebied. Stekende muggen brengen de larven van de worm over van hond op hond. De larven ontwikkelen zich in de hond verder tot volwassen wormen, die in de grote longslagaders leven of in de rechter harthelft. Een hond met een hartworm (belangrijkste Dirofilaria Immitis) ( tot 30 cm lengte) kan jarenlang geen klachten hebben, maar uiteindelijk komen er symptomen, met name longproblemen en kan het dier daar ook aan overlijden.

Symptomen

  • De eerste klinische symptomen treden 5-7 maanden na besmetting op.
  • De ontwikkeling van hartwormziekte bij honden verloopt doorgaans langzaam en geleidelijk.
  • De meeste geïnfecteerde honden blijven jarenlang symptoomloos.
  • De schade aan de bloedvaten is doorgaans ernstiger bij honden die lichamelijk zeer actief zijn.

Symptomen kunnen zijn:

  • Zwakheid
  • Chronische hoest
  • Minder of niet eten
  • Gewichtsverlies
  • Uitdroging
  • Milde tot ernstige benauwdheid
  • Bewustzijnsverlies (flauwvallen) na inspanning of opwinding.
  • Vocht in de buik (ascites)
  • Zwelling in de achterpoten (oedeem)
  • Zwelling van kop en voorpoten (Vena cava syndroom)
  • Plotselinge dood

Als een groot aantal wormen tegelijk dood gaat, kan dat plotseling de bloedvaten van de longen afsluiten. Honden worden plotseling benauwd en kunnen bloed ophoesten.

Diagnose

De diagnose hartworm kan gesteld worden via:

  • bloedonderzoek
  • echografie van het hart
  • rontgenonderzoek van hart en longen

Behandeling

Een behandeling tegen hartworm is niet eenvoudig, oa omdat bij het doden van de wormen de dode wormen belangrijke vaten kan afsluiten. Daarom moet de hond tijdens de behandeling strenge rust houden, 30-40dagen. De behandeling zelf bestaat uit meerdere middelen en meerdere stappen.

Preventie

In de meeste delen van Europa waar de hartworm voorkomt, loopt de overdrachtsperiode van april tot oktober. Op de Canarische eilanden is dit het hele jaar door. Als u met uw hond in deze periode in een gebied komt waar de hartworm voorkomt, is het advies om vanaf 30 dagen na aankomst op uw vakantie tot 30 dagen na thuiskomst in eigen land maandelijks uw dier te behandelen tegen de jonge stadia van de hartworm, bijv met milbemycine. In warmere gebieden (zoals de Canarische eilanden) is hartwormpreventie het hele jaar door nodig.

 

 

 

 

 

 

 

Bron: MC Voor Dieren – LICG