Sterilisatie / Castratie

Konijnen worden vruchtbaar tussen 3-5 maanden leeftijd. De voedsters kunnen dan dus ook drachtig worden. Een dracht duurt 29-33 dagen en een nestje bestaat gemiddeld uit 3-8 jongen, maar kan ook groter zijn. De kale en blinde jongen worden meestal eens per dag door de moeder gezogen. Na 3 weken komen ze voor het eerst uit het nest maar pas na 6-7 weken zijn ze oud genoeg om hun geboorteplek echt te verlaten. Een jong heet een lamprei.

Als u geen nestje wenst, is het aan te raden de voedsters en rammelaars te steriliseren / castreren. Voor de voedsters verkleint dit aanzienlijk de kans op baarmoederkanker op latere leeftijd. Voor de rammelaars voorkomt het agressief gedrag en sproeigedrag. De urine van niet gecastreerde rammelaars kan erg stinken.

Het steriliseren of castreren gebeurt vaak chirurgisch: de eierstokken en/of baarmoeder en de testikels worden operatief verwijderd. De voedsters moeten hiervoor onder volledige narcose, wat altijd risicovol is voor een konijn. Op onze kliniek gaan de rammelaars meestal niet onder volledige narcose, maar worden geopereerd onder uitgebreide systemische en lokale verdoving. Indien nodig kan gasnarcose worden bijgegeven.

Er bestaat tegenwoordig echter ook een andere manier van steriliseren danwel castreren: chemische castratie, vaak al bekend van het chemisch castreren van een reu. Bij chemische castratie wordt een implantaat onder de huid gebracht wat middels hormoonafgifte voor de steriliteit van het konijn zorgt. Bij deze handeling is geen volledige narcose nodig en daarmee is deze manier van steriliseren veel veiliger voor met name de voedsters. Deze vorm van steriliseren/castreren is tijdelijk: meestal werkt het implantaat 2 jaar, soms korter, soms langer, dat verschilt per konijn. Of het uitgewerkt is, is af te lezen aan het gedrag (bijvoorbeeld nestelgedrag) van het konijn.

Bedenk dat de gecastreerde rammelaars altijd nog 4-6 weken vruchtbaar zijn, na de castratie, en dan een niet gesteriliseerd vrouwtje met succes kunnen dekken.